Borgtocht en het faillissement van de hoofdschuldenaar

| Leestijd: 4 minuten

De borgtocht is de juridische figuur waarbij de borg zich tegenover een schuldeiser verbindt tot nakoming van een verplichting van een derde, de hoofdschuldenaar.

Borgtocht

Het kan gaan om een specifieke vordering, maar ook om een ruimer omschreven schuldverhouding. In dat geval staat de borg in voor al hetgeen de schuldenaar van de schuldeiser te vorderen heeft. Wanneer de borgtocht wordt aangegaan buiten beroep of bedrijf dan is deze gelimiteerd tot een overeengekomen bedrag. De borg kan pas door de schuldeiser worden aangesproken op het moment dat de hoofdschuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt. Wanneer de borg wordt aangesproken dan ontstaat voor deze een regresrecht. Hiermee wordt bedoeld dat de borg een vordering verkrijgt op de hoofdschuldenaar. De borgtocht is afhankelijk van het bestaan van de hoofdvordering welke de schuldeiser op de hoofdschuldenaar heeft.

Borgtocht en het faillissement van de hoofdschuldenaar

Het zal duidelijk zijn dat in het geval van een faillissement van de hoofdschuldenaar de schuldeiser de mogelijkheid heeft om de borg aan te spreken. Wanneer de schuldeiser dit niet doet en het faillissement op enig moment wordt opgeheven wegens gebrek aan baten, dan bestaat de mogelijkheid dat de vordering verjaart. Door de voltooiing van de verjaring van de rechtsvordering tot nakoming van de verbintenis van de hoofdschuldenaar, gaat de borgtocht teniet.

Failliete hoofdschuldenaar – ontbinding rechtspersoon

Indien de failliete hoofdschuldenaar een rechtspersoon is, dan bepaalt de wet onder meer dat deze rechtspersoon wordt ontbonden op het moment dat het faillissement eindigt wegens de toestand van de boedel (een gebrek aan baten). Indien de rechtspersoon op dat moment geen baten meer heeft, houdt deze tevens op te bestaan.

Ontbinding vs ophouden te bestaan

Dit lijkt hetzelfde, maar dat is het niet. Na ontbinding blijft een rechtspersoon namelijk bestaan zolang dit voor de vereffening noodzakelijk is. Indien na de beëindiging van de rechtspersoon blijkt dat er alsnog sprake is van een bate, dan kan een schuldeiser verzoeken om de vereffening te heropenen. In zo’n geval is er sprake van een verlengingsgrond van een lopende verjaring, welke er per saldo voor zorgt dat gedurende het tijdvak waarin de rechtspersoon had opgehouden te bestaan, de vordering toch is blijven bestaan.

Vordering blijft bestaan

Dit heeft ook consequenties voor de borgtocht, deze is daarmee immers ook nog niet geëindigd. Dit kan tot gevolg hebben dat een borg jaren na het faillissement alsnog kan worden aangesproken. Voor een schuldeiser is het onder deze omstandigheden ook niet nodig om de verjaring van een vordering te stuiten middels het zenden van een brief aan de oorspronkelijke schuldenaar of de curator. De vordering verjaart overigens wel 6 maanden nadat de vereffening is heropend.

Wanneer een faillissement mocht eindigen middels een uitkering aan de schuldeisers en de vordering op de verificatievergadering werd erkend, dan verjaart deze vordering na twintig jaar. Ook de borgtocht blijft in dat geval doorlopen.

Regeling in het kader van de afwikkeling van het faillissement

Vaak ziet men dat een bestuurder van de failliet de borgtocht heeft verstrekt. Doorgaans zal in het kader van de afwikkeling van het faillissement reeds door de schuldeiser aanspraak op de borgtocht worden gemaakt. Wordt er alsdan een regeling getroffen, dan is het van belang om te bepalen dat na betaling van het overeengekomen bedrag de schuldeiser niets meer van de borg te vorderen heeft.

Van het eerder gememoreerde regresrecht van de borg zal onder de gegeven omstandigheden vaak niet veel meer terecht komen. Indien u vragen heeft over de werking van borgtochten rondom het faillissement kunt u contact opnemen met mr. Rob van der Meer, notarieel jurist bij LexQuire LLP; e-mailadres: rob.vandermeer@lexquire.nl of telefonisch tijdens kantooruren.

Beoordeel bericht
0 / 5

Your page rank:

Article Contact Form (Short Form)

Kunnen wij helpen?

Privacy *