Bij het opstellen van een internationaal contract zijn er veel aspecten waar ondernemers rekening mee moeten houden. Zo spelen culturele verschillen vaak een rol bij de onderhandelingen en het uiteindelijke contract. Daarnaast is het van belang te bepalen welk recht van toepassing is.
Internationaal contract en totstandkoming
Allereerst is het natuurlijk van belang dat er een vertrouwensband bestaat tussen de contracterende partijen. Dat is vaak hobbel nummer één in het internationale contractenrecht, mede omdat partijen vaak verschillende moedertalen hebben. Dan wordt in de Engelse taal gecommuniceerd en onderhandeld. Soms kan er dan sprake zijn van miscommunicatie; bepaalde zaken zijn anders bedoeld dan hoe ze uiteindelijk gezegd worden.
Als over het gros van de kernbepalingen overeenstemming is bereikt, is het vaak tijd om een conceptovereenkomst (een “draft agreement” of “memorandum of understanding”) op te stellen. Partijen leggen daarin enkel vast wat in hoofdlijnen is besproken en hoe het verdere traject ingezet wordt.
Internationaal contract opstellen
Als er een “draft agreement” op tafel ligt, wordt het tijd om deze nader in te kleuren en er een meer gespecificeerde overeenkomst van te maken. Vooraleer het mogelijk is om de conceptbepalingen in te kleuren, is het van belang te bepalen welk recht van toepassing is. Mogelijk is het recht van een ander land van toepassing dan hetgeen partijen voor ogen hebben.
Het land waarvan het recht van toepassing is, is van groot belang voor de geldigheid van de opgenomen afspraken. Niet iedere bepaling kan naar elk recht worden opgenomen. In Nederland is het bijvoorbeeld verboden afspraken te maken die leiden tot een fiduciaire overdracht conform artikel 3:84 lid 3 BW (een overdracht van een zekerheidsrecht; zogezegd de vroegere versie van een stil pandrecht). In andere landen is er echter geen bezwaar tegen een fiduciaire overdracht.
Ook bepaalt het gekozen recht hoe een overeenkomst uiteindelijk wordt geïnterpreteerd. In Nederland wordt een overeenkomst uitgelegd aan de hand van alle relevante omstandigheden van het geval, terwijl in veel landen enkel en alleen gekeken wordt naar de schriftelijke tekst. Dat is een van de redenen waarom Amerikaanse contracten vaak zo lang zijn. De tekst van de overeenkomst is daar leidend.
Welk recht wordt gekozen bij een internationaal contract
Welk recht uiteindelijk gekozen wordt, is afhankelijk van de partijen zelf. Indien bijvoorbeeld een besloten vennootschap moet worden opgericht in Nederland, zal dit ook naar Nederlands recht moeten gebeuren. Het is dan wijs om ook alles dat met die oprichting te maken heeft, naar Nederlands recht te organiseren.
In veel gevallen zullen ook fiscale aspecten een grote rol spelen bij het te kiezen recht.
Internationale recht en het gekozen rechtsstelsel
In het internationale recht, en met name in het Europese recht, is veel aandacht geweest voor het toepasselijke recht op internationale contracten.
Zo is er binnen de Europese Unie de Rome I-Verordening in werking getreden. Deze verordening bepaalt welk recht op een internationaal contract van toepassing is. Het is immers niet zo logisch welk recht van toepassing is als er twee partijen uit verschillende landen een contract sluiten met elkaar.
De Rome I-Verordening is overigens niet op alle contracten van toepassing, maar wel op het merendeel van de contracten die bedrijven en particulieren met elkaar sluiten (uitgesloten is bijvoorbeeld verbintenissen die voortvloeien uit familierechtelijke betrekkingen; denk aan het huwelijksrecht en het erfrecht).
Uit de Verordening blijkt in ieder geval duidelijk dat de grootste waarde wordt gehecht aan de keuze die partijen zelf hebben gemaakt. Die keuze kan gemaakt worden voor het hele contract, of slechts voor een gedeelte.
Het is altijd verstandig om zelf het toepasselijke recht te kiezen om zo niet voor onverwachte verrassingen te staan.
Internationale recht en geen gekozen rechtstelsel
Het kan ook voorkomen dat partijen geen recht hebben gekozen. Als dat zo is, biedt de Rome I-Verordening ook daarvoor uitkomst.
Als partijen geen keuze hebben gemaakt en het contract ziet op een roerende zaak die verkocht of geleverd wordt, dan wordt gekeken naar het recht van het land waar de verkoper zijn gewone verblijfplaats heeft.
Gaat het om dienstverlening, dan wordt gekeken naar het recht van het land waar de dienstverlener zijn gewone verblijfplaats heeft en ziet een contract op een onroerende zaak (zoals een bedrijfspand of een woning) dan wordt gekeken naar het recht van het land waar de onroerende zaak zich bevindt.
Binnen de Europese Unie is dus goed nagedacht over welk recht in verschillende situaties van toepassing is als partijen zelf hebben geen keuze hebben gemaakt.
Dat is nog eens scherper verwoordt voor consumentenovereenkomsten. Die worden bijna altijd beheerst door het recht waar de consument zijn verblijfplaats heeft. Bestelt bijvoorbeeld een Nederlandse consument iets bij een bedrijf in Duitsland, zal in principe het Nederlandse recht van toepassing zijn. Dat kan anders zijn als bijvoorbeeld dat Duitse bedrijf eigenlijk helemaal niet op de Nederlandse markt werkzaam is of zich überhaupt niet (mede) richt op Nederland als afzetmarkt.
Conclusie
Voor een internationaal contract en de interpretatie daarvan is van belang welk recht op het contract van toepassing is. Dit speelt vooral als partijen niet in hetzelfde land wonen of werkzaam zijn. Binnen de Europese Unie is er ook veel aandacht geweest voor het toepasselijke recht. De Rome I-Verordening zal in veel gevallen uitsluitsel bieden als er geen keuze is gemaakt.